Door de aanwezigheid van het kompas kan je drone zich oriënteren op de windstreken tijdens het vliegen, door middel van het magnetisch veld van de aarde. Door het kompas weet de drone wat Noord, Zuid, Oost en West zijn. Hierdoor zal hij altijd de goede richting uit vliegen. Net zoals een “klassiek” kompas, kan het kompas van de drone storen. Dit gebeurt vaak als je binnen vliegt, of ergens bent waar het magnetisch veld wordt verstoord. Dit levert afwijkingen op in het vlieggedrag van je drone. Als de drone opstijgt op een plek die ver verwijderd is van zijn vorige opstijgpunt, kan het kompas minder goed werken. Vanaf een afstand van 50 kilometer is een kalibratie verstandig.


Ga naar het menu rechtsboven, aangegeven met drie bolletjes.


Druk op het eerste submenu, met als plaatje het bovenaanzicht van een drone.


Helemaal onderin zie je een knop “Sensors”.

.

Hier zie je bovenaan een knop “Compass”.

Ook hier heb je de mogelijkheid een kalibratie te starten. De app zal instructies tonen. De drone dient in verschillende posities in een cirkel om zijn as te worden gedraaid. Het is verstandig dit altijd buiten te doen, omdat het kompas daar het beste werkt.